Anárjohka Nationaal Park biedt alles wat je zou verwachten van het binnenland van de provincie Finnmark, uitgestrekte heidevelden, grote moerassen en bossen met berken en dennen. Er zijn hier geen open hutten en geen bewegwijzerde paden. Degenen die dit gebied bezoeken zijn meestal ervaren buitenmensen met goede navigatie- en kampeervaardigheden.
Het landschap getuigt van honderden jaren Noord-Sami-rendierhoeden, en de traditie van het houden van tamme rendieren gaat tot op de dag van vandaag voort. Het gebied is een levend cultuurlandschap en wordt in de periode oktober tot en met mei gebruikt als winterweidegebied.
Het nationale park omvat de bovenste delen van het stroomgebied van de rivieren Anárjohka en Kárášjohka, die beide zijrivieren zijn van de rivier de Tana.
U vindt hier weinig bijzondere fauna en flora. Het landschap wordt gedomineerd door zacht glooiende heidevelden waar lage bergkammen bedekt met droge vegetatie zoals heide, laagblijvende struiken en grote matten rendierkorstmos worden afgewisseld met talloze moerassen en meren. De helft van het nationale park bestaat uit boomloze toendra’s en moerassen. In het gebied nabij de rivieren Anárjohka en Kárášjohka bevinden zich bossen met berken en dennen, en deze zijn verbonden met de uitgestrekte dennenbossen van Noord-Lapland.